De wol komt van onze Drents Heideschapen die grazen in natuurterreinen in Drenthe.
Hiermee draagt de schaapskudde bij aan het behoud van een waardevol cultuur-historisch erfgoed en verlevendiging van het landschap. De schapen zorgen voor een natuurlijk beheer van de terreinen en leveren wol aan Schaapsatelier Zwollig voor duurzame verwerking.
Doelstellingen natuurbeheer Schaapsatelier Zwollig
In landschapsbegrazing hebben de schapen in het verleden voor deze doeleinden al hun nut bewezen. Dit betekent vaak dat oude lokale zeldzame schapenrassen worden ingezet en op die manier opnieuw een plaats in de maatschappij krijgen en op die manier van uitsterven kunnen worden behoed. Kortom, dit is een manier wat aansluit met onze doelstelling om het levend agrarisch cultuurhistorisch erfgoed in stand te houden.
De kudde als graasmachine met als doel nutriëntenafvoer in gebieden en onderhoud of heroriëntatie van de vegetatie en anderzijds de kudde als inkomensvoorziening, waarbij natuurlijke productiviteit wordt nagestreefd. Bijvoorbeeld door verkoop producten van wol in het atelier, workshops in het atelier, workshops schapenknippen, advies, natuurexcursies.
Ook hebben we de doelstelling om zowel de visie en intentie van de grondbeheerder en kuddebeheerder dichter bij elkaar te brengen en zo tot overleg en kennisuitwisseling aan te zetten in de samenwerking.
Cultuurhistorische waarde
Sinds eeuwen zijn schaapskuddes onlosmakelijk verbonden met het lokale landschap en vertegenwoordigen daardoor een belangrijke cultuurhistorische waarde. De aanwezigheid van cultuurhistorische waarden vergroot de waardering van een gebied door recreanten. Zo roept het zien van een schaapskudde in een heidelandschap bij veel recreanten een herinnering op aan hoe het vroeger was. Bij veel mensen zijn die soort herinneringen belangrijk voor hun culturele identiteit.
De waardering van schaapskuddes door recreanten wordt onderstreept door de positieve invloed die dieren in het algemeen en landbouwhuisdieren in het bijzonder, op veel mensen hebben. In het geval van schaapskuddes kan worden gesteld dat de lammeren die in het voorjaar geboren worden de sterkste aantrekkingskracht op mensen hebben. Schapen drijven door honden wekt veel interesse bij het publiek. Her en der worden de schaapskuddes ook ingezet in lesprogramma’s voor leerlingen. Ook bij het scheren van de schaapskudde is er veel interesse van derden.
Tot enkele jaren geleden hadden veel mensen nog maar zelden van de termen ‘begrazing’ of ‘landschapsbeheer’ gehoord. Intussen worden de begrippen langzaam, maar zeker ingeburgerd.
Begrazing is in feite een ruime benaming voor landschapsbeheer met (gedomesticeerde) grazers met als doel meer ‘groen’ in ons door wegen, lintbebouwingen en industrieterreinen dichtslibbende land te creëren en te beheren. Om tal van redenen wordt recentelijk terug gegrepen naar oude beheersmaatregelen, namelijk begrazing door kleine en grote herkauwers. Elke maatregel, zowel de machinale als de dierlijke techniek, heeft voor- en nadelen. De kunst is die beheersvorm te kiezen waarmee met een minimum aan kosten zo goed mogelijk de vooropgestelde doeleinde kunnen worden gerealiseerd.
Beheer natuurgebieden
Meningen lopen uiteen over de precieze effecten van begrazing door schapen, maar volgende effecten worden beschreven: concurrentieverhouding tussen soorten, transport van zaden en vruchten, structuurvariatie van het begraasde terrein, nutriëntentransport en –afvoer, vermindering brandgevaar (door verjonging van de planten) en vegetatieontwikkeling.
Begrazing creëert micromilieus zoals vee/schapen paadjes, opengetrapte plekken en mierenbulten. Dit leidt doorgaans tot een grotere verscheidenheid aan planten- en diersoorten.
Op dit moment beheren we met onze schapen de begrazing in 4 natuurgebieden in Drenthe: Het Dalerveense Veen bij Dalerveen, De Katshaarschans bij Coevorden, De Palms bij Meppen en Het Oosterbos bij Nieuw-Dordrecht.
Het Dalerveense Veen bij Dalerveen
(circa 85 hectare)
Aan de westzijde van het eens zo uitgestrekte Bourtangerveen, 2 km ten zuiden van Nieuw-Amsterdam ligt het Dalerveense Veen. In eigendom van Staatsbosbeheer.
Bestaat uit afgegraven, maar niet ontgonnen hoogveen. Doordat de omgeving werd ontgonnen, is het veenrestant sterk uitgedroogd; regeneratie wordt dan ook nagestreefd.
Het terrein werd doorsneden door de spoorlijn van de NAM. Deze is niet meer aanwezig en is nu een zandpad. Het oostelijk gelegen deel mag zich natuurlijk gaan ontwikkelen, waardoor uiteindelijk een eiken-berkenbos zal ontstaan. In het westelijke deel wordt gestreefd naar een weids landschap met heide en grassen. De openheid wordt bereikt door begrazing met Drents Heideschapen en Hereford runderen. Door het dempen van een 700 m lange en diepe sloot, die dwars door het gebied liep, blijft er veel meer vocht in het terrein achter. Natte heidevegetaties zijn zich aan het ontwikkelen en plaatselijk is veenmosgroei op gang gekomen.
Het Dalerveense Veen is niet vrij toegankelijk maar er is de mogelijkheid ook met honden om er omheen te wandelen en zo alle indrukken van het gebied op die manier op te doen.
De Katshaarschans bij Coevorden
(circa 21 hectare)
Schans De Katshaar ook wel Katshaarschans genoemd is een militaire versterking van opgeworpen aarde in Coevorden en is aangemerkt als rijksmonument.
Nu is de Katshaarschans een natuurgebied, omsloten door landbouw, in gezamenlijk beheer van Het Drentse Landschap en Staatsbosbeheer. Schapen doen nu de bewaking…
De in 1672 aangelegde schans is voor het eerst ingetekend op een kaart uit 1681 en heeft nooit een rol van enige betekenis gespeeld. De schans fungeerde vooral als controlepost voor het grensverkeer. Aan het eind van de 17e eeuw werd een redoute aangelegd met zijden van 50 meter. Dit was een direct gevolg van een dreigende inval van de Bisschop van Münster, ook bekend onder de bijnaam Bommen Berend.
Aan het einde van de 18e eeuw werd het retranchement toegevoegd. De schans wordt omgeven door een heidegebied dat in 1961 door Stichting Het Drentse Landschap is aangekocht. Door de constructie van aarde is regelmatige restauratie een noodzaak. In 1962 en 1986 is De Katshaarschans gerestaureerd.
.jpg)
De Katshaarschans is vrij toegankelijk maar niet voor honden. Het is wel mogelijk met honden aangelijnd er langs te wandelen en zo alle indrukken van het gebied op die manier op te doen.
De Palms bij Meppen
(circa 20 hectare)
Vlakbij de weg van Zweeloo naar Coevorden ligt het prachtige authentieke Drents esdorp Meppen. Een oud Drents dorp met alles erop en eraan: hoge essen, madelanden langs de beek, heide en zandverstuivingen tot aan de rand van het dorp.
Het natuurreservaat De Palms is gelegen ten westen van Meppen. In eigendom van Het Drentse Landschap.
Jeneverbes Palm of Palmbossie is de Drentse benaming voor jeneverbes. De indrukwekkende jeneverbesstruiken in dit reservaat vormen een waar doolhof. De aanwezigheid van jeneverbessen is hoofdzakelijk te danken aan een periode van overbegrazing door schapen aan het eind van de 19e eeuw. Hierdoor ontstond kaal stuifzand. Toen de begrazing door schapen wegviel, zagen de jeneverbessen hun kans schoon om zich massaal uit te zaaien en zich plaatselijk te ontwikkelen tot ondoordringbare struiken. Het gebied is vrij toegankelijk op de zandwegen en paden. Behalve dwalen door de jeneverbesstruiken kan hier ook door de aangrenzende Mepperdennen, voornamelijk bestaand uit eik en grove den, worden gewandeld.
Jeneverbesstruiken van een omvang zoals in de Palms van meer dan 100 jaar oud, worden in Nederland bijna niet meer aangetroffen.
De Palms is vrij toegankelijk maar niet voor honden. Het is wel mogelijk met honden aangelijnd er langs te wandelen en zo alle indrukken van het gebied op die manier op te doen.
Het Oosterbos bij Nieuw-Dordrecht
(circa 29 hectare)
Het Oosterbos is een natuurgebied van totaal circa 250 hectare ten oosten van de Drentse plaats Emmen. In eigendom van Staatsbosbeheer.
Tussen Nieuw Dordrecht en Barger Compascuum ligt het prachtige natuurgebied Oosterbos. Vroeger bestond dit gebied enkel en alleen maar uit een kaal veenmoeras. Na de ijstijd werd het warmer en warmer en begon het veen te groeien. Planten, bomen en struiken zorgden er voor dat enorme hoeveelheden zwerfstenen, afkomstig uit Scandinavië, onder een dikke laag veen verdwenen.
Er ontstond hoogveen. In de loop van de afgelopen eeuwen zijn deze stenen aan de oppervlakte gekomen: de stenen ‘werkten’ zich als het ware naar boven of door opgravingen.
Het Oosterbos is aangeplant in de zeventiger jaren van de 20e eeuw door Staatsbosbeheer in het kader van de herinrichting van de Veenkoloniën. Het bos is grotendeels aangeplant op niet afgegraven hoogveen. Door het verhogen van het grondwaterpeil wordt getracht de aangroei van hoogveen te stimuleren. Het bos maakt deel uit van de boswachterij Emmen waartoe ook de Emmerdennen, het Noordbargerbos en het Valtherbos behoren.
Ten oosten van het Oosterbos ligt het uitgestrekte landgoed Scholtenszathe. Dit gebied was in de 19e eeuw gekocht door Willem Albert Scholten, die het heeft ontgonnen en geschikt gemaakt voor de aardappelteelt. Het niet ontgonnen hoogveen van het Oosterbos ligt dan ook meters hoger dan het afgegraven aangrenzende gebied van de Scholtenszathe.
Het gedeelte Oosterbos die begraast word door onze schapen is vrij toegankelijk, ook met honden maar wel aan de lijn, om zo alle indrukken van het gebied op te doen.